Ik slaap door de wekker heen en schrik met een duf hoofd wakker. Als ik snel onder de douche wil springen, word ik belaagd door meerdere mannen in de leeftijd van 10 tot 49 jaar. “Waar ligt mijn gymtas? Is mijn rode shirt al gewassen? Mag ik na jou douchen? Kun jij de boodschappen doen na het werk en koken?” Ik grom en mompel wat en schiet de badkamer in, met de deur op slot. Een zinloze actie, want nieuwe vragen komen door de badkamerdeur heen, gecombineerd met stevig geklop. Welkom ochtendhumeur!
Na wat heen en weer geren door het huis, antwoord gevend en spullen grijpend, zit ik eindelijk met mijn jongste zoon in de auto, op weg naar zijn school en mijn werk.
Mijn jongste is een plichtsgetrouw kind en de mogelijkheid dat we te laat op school komen, geeft hem op de oprit van ons huis al stress. Vol vuur moedigt hij mij de hele weg aan en beveelt mij de linkerbaan aan, zodat ik kan inhalen. Ook geeft hij mij de tip om via de vluchtstrook naar de afrit te rijden, om zo de file te vermijden. Dat laatste is dan wel weer bijzonder, voor mijn ‘regels – zijn – regels’ zoon, maar blijkbaar wegen de regels van de juf toch het zwaarst.
Net op tijd stop ik voor de school, waar mijn zoon opgelucht uit de auto springt en in mijn richting kust. Missie één geslaagd, kind op tijd op school. Op naar het werk, stapvoets door het stadsverkeer en natuurlijk zit mijn toegangspas in mijn andere jas. Ik overtuig de bewaker via de intercom uiteindelijk dat ik toch echt mag parkeren achter de slagbomen. Mijn agenda zit vol en de rest van de dag loop ik vergaderingen af, met soms meer vragen na afloop dan bij aanvang. Ondertussen zie ik meerdere gemiste oproepen van mijn oudste zoon. Ik bel hem snel even tussendoor. Er blijkt een lesuur uitgevallen te zijn en nu is hij thuis met een schoolvriend om tosti’s te maken. Daar gaat het mis, want de vriend snijdt zichzelf met een scherp mes uit ons net aangeschafte messenblok diep in de vinger. Mijn zoon klinkt bezorgd. “Hij bloedt heel erg en het houdt niet op, mam, wat moet ik doen? Zal ik je even foto’s van de wond appen?”
Ik zeg dat hij beter op zoek kan gaan naar de verbandtrommel en dat hij mij over een kwartier moet laten weten of het bloeden stopt. Ondertussen bedenk ik dat ik met de jongens naar de eerste hulp moet en mijn afspraken ga afzeggen. Het is tenslotte in ons huis gebeurd, zonder ouderlijk toezicht. Ik voel mij schuldig en heb al visioenen dat ik de ouders moet vertellen dat hun zoon in kritieke toestand is opgenomen in het ziekenhuis en dat zijn vinger bij mij op de keukenvloer ligt. Het verlossende bericht blijft uit en ik word steeds ongeruster. Dan houd ik het niet meer en bel mijn zoon. Het duurt erg lang voordat hij opneemt. “Oh, hoi mam. We zijn aan het gamen boven, dus ik hoorde de telefoon niet. Ja, het bloeden is allang gestopt hoor, tot straks, doei.” Lekker dan! Ik ga mijn laatste vergadering in en moet haasten om op tijd op het schoolplein van mijn jongste te staan. Mijn zoon staat al te wachten en constateert dat ik laat ben. Als ik uitleg dat mijn vergadering uitliep, adviseert hij simpel: “Dan ga je gewoon eerder weg.”
Thuis zitten mijn oudste zoon en de vriend, zijn hand stevig verbonden met een rekverband van een oude knieblessure, zorgeloos te gamen. Mijn jongste sluit zich bij hen aan en ik duik de studeerkamer in om mij op mijn werkmail te storten. Ik ben net begonnen als mijn twee bonuszoons thuis komen en op de deur kloppen. “Hoi, wat eten we?” Dat is een hele goede vraag. Ondertussen krijg ik telefoontjes over een klacht, een technische storing en een uit de hand gelopen vergadering, dus die vraag blijft nog even onbeantwoord. Als ik na het werken, de boodschappen en het koken eindelijk met het hele gezin aan tafel zit, vertellen alle mannen uitgebreid over hun dag. “Hoe was jouw dag, mam?” vraagt mijn jongste. “Gewoon zoals altijd?” vult hij zelf al in. “Ja, schat, gewoon zoals altijd!”
Ellen Barmentloo zegt:
Heel herkenbaar sandra!!!!
Trinette Stalman zegt:
Hoi Sandra, wel redelijk herkenbaar. Nu de volgende blog over de oplossingen hiervoor 🙂