Op weg van werk naar huis maak ik nog even een tussenstop bij de supermarkt. Als ik met mijn winkelwagen de groenteafdeling op kom, zie ik een echtpaar van eind veertig staan. Zie zien er beiden goed uit en zijn smaakvol gekleed. Het zijn mensen die wat te besteden hebben aan de inhoud van hun karretje te zien. Nu vind ik niets leuker dan een profielschets maken aan de hand van de inhoud van iemands winkelwagen, maar daar heb ik geen tijd voor. De boze stem van de vrouw leidt mij echter zo af, dat ik toch blijf dwalen tussen de groenten en het gesprek onopvallend volg.
Ik weet al snel dat de man Joost heet, want zijn vrouw geeft hem steeds opdrachten: “Joost, twee courgettes!” en “Joost, pak even de champignons!” Hoe zij heet, weet ik niet, want Joost knikt en humt alleen een beetje. Hij duikt wat in elkaar en kijkt afwezig naar zijn vrouw, die klaagt dat hij de auto te ver weg heeft geparkeerd. Daarna krijgt Joost te horen dat hij de verkeerde tomaten heeft gepakt, de lege flessen is vergeten en bovendien totaal geen creatieve of culinaire kwaliteiten bezit, zodat alles op haar neerkomt. De vrouw zucht en kijkt hem geïrriteerd en afkeurend aan. Wat hij in haar ziet, mag Joost weten, maar volgens mij weet hij dat zelf ook niet. Als ik hem was, zou ik nu een grens trekken, maar dat doet hij niet. Joost trekt zijn schouders op en sloft achter zijn dominante vrouw aan. Ik heb met hem te doen en vind haar een heks, maar ik heb haast en ga verder. Bij de kassa zie ik het stel terug, want ik sta achter ze in de rij. Het liefst zou ik Joost op de schouder tikken en vragen waarom hij zich gedraagt als een watje. Zijn vrouw mag haar handen dicht knijpen met een behulpzame man als Joost, dus waar is zijn daadkracht? Ik kijk ze na als ze de winkel uitlopen. Ik hoor nog net dat Joost de opdracht krijgt om de boodschappen in de auto te zetten en zijn vrouw te ontmoeten in de schoenenwinkel.
Als ik naar de parkeerplaats loop, kom ik Joost weer tegen. Dit keer zonder echtgenote en zonder boodschappen. Dan komt hem een mooie, jonge vrouw tegemoet lopen en vindt er voor mijn ogen een metamorfose plaats. De ineengedoken, softe Joost gaat ineens stoer rechtop lopen en strijkt met zijn hand door zijn haar. Hij kijkt de vrouw met een zelfverzekerde blik aan en groet haar met een veelbetekende knipoog. De vrouw groet verlegen terug. Joost verrast mij zo met zijn plotselinge mannengedrag dat ik in de lach schiet. Ik vraag mij af of zijn echtgenote deze kant überhaupt van hem kent. Misschien uit een ver verleden, toen ze nog jong en verliefd was? Ik vermoed dat het stel elke avond zwijgend voor de televisie zit, volledig uitgepraat. Daarna draaien ze elkaar in bed de rug toe en zonder woorden of daden vallen ze in slaap. Ik kijk Joost na en zie hem de schoenenwinkel in gaan. Ik hoop van harte dat zijn vrouw haar droomschoenen heeft gevonden en hem stralend toelacht van puur schoenengeluk. Wie weet geeft Joost haar dan ook een knipoog en voelen ze beiden ineens waarom ze ooit op elkaar gevallen zijn. Dan gaan ze vanavond geen tv kijken en laait de passie weer hoog op. Zou het?